Overgewicht belast het lichaam, ontneemt ons de levensvreugde en vormt een voedingsbodem voor ziekten. Toch wordt een overgewicht van tien procent tegenwoordig gezien als bijna normaal.
Dieren met te veel vetweefsel hebben echter in de vrije natuur nauwelijks kans op overleven. Dat werd onlangs eens te meer bewezen door biologen uit de Verenigde Staten die marmotten met een normaal gewicht en met overgewicht uitzetten in de Californische woestijn. Al na vier dagen waren veel van de marmotten met overgewicht ten prooi gevallen aan roofdieren.
Omdat het leefritme van dieren in de vrije natuur harmonisch is aangepast aan de omstandigheden in de omgeving, houden ze onder normale omstandigheden altijd hun constante gewicht, zonder voortdurend op de weegschaal te hoeven staan en afvalkuren te moeten volgen. In plaats van ons weer te kwellen met een zinloos dieet, waarbij meestal alleen vocht en in de spieren opgeslagen koolhydraten worden afgevoerd, kunnen we dus beter proberen om op een natuurlijke manier de overtollige vetkussentjes te verminderen.
Volg gewoon het driestappenplan naar een slanke lijn en al snel zul je blijvend resultaat zien!
Vetmoleculen vrijmaken
Zoals bekend zijn de vetmoleculen (triglyceriden) bij de meeste mensen opgeslagen in de vetcellen (adipocyten) als in een bankkluis. De opgezwollen adipocyten zuigen zich liever nog voller met vetmoleculen dan dat ze maar één enkele molecuul vrijwillig afgeven. Daarbij moet je rekening houden dat mensen met overgewicht of dikke mensen vaak naast de overtollige triglyceriden tot tweeënhalf keer zoveel vetcellen hebben als slanke mensen.
Wat echter een nog negatiever effect heeft: de vetcellen van dikke mensen zijn tot 100 keer groter dan die van mensen met maatje 36.
Theoretisch kunnen adipocyten zelfs onbeperkt vet opnemen. In ons lichaam zitten slechts een tiental stoffen die toegang, dus de sleutel, hebben tot de vetcellen. Dat zijn stresshormonen zoals glucagon, cortisol, ACTH (adrenocorticotroop hormoon), groeihormoon, adrenaline of prolactine. Alleen deze stoffen kunnen adipocyten openen en vetmoleculen vrijmaken. Het lichaam is in staat om onbeperkt vet op te slaan voor eventuele tijden van honger of nood (zoals bij beren voor de winterslaap). Bij iedere vorm van stress echter (conflicten, problemen, prestatiedruk, lichamelijke activiteit, honger, kou, enz.) hebben wij extra energie nodig, omdat bijvoorbeeld de bloedsomloop sneller werkt, wij meer warmte produceren en meer energie moeten leveren. Dan worden met grote snelheid ontelbare stresshormoonmoleculen via het bloed naar de vetcellen getransporteerd om ze te openen, zodat triglyceriden worden vrijgemaakt en kunnen worden omgezet in de benodigde energie. Het probleem is echter dat mensen met overgewicht meestal veel te weinig stresshormonen produceren, omdat hun voeding ongezond is en hun stofwisseling daardoor uit balans is.
Stress die slank maakt
De lipolytische (vetafbrekende) stresshormonen bestaan voornamelijk uit eiwitten. Deze worden gevormd in de hypofyse, de alvleesklier en het bijniermerg. Voor de productie ervan zijn extreem hoge concentraties van bepaalde voedingsstoffen, vooral vitamine C, nodig. Deze afweervitaminen zijn vaak echter niet voldoende voorhanden, omdat ze in grote hoeveelheden worden verbruikt in de strijd tegen virussen, bacteriën, schimmels, schadelijke en giftige stoffen of vrije radicalen.
Vitamine C is in alle opzichten de beste slankmaker. Maar ook gebrek aan eiwit leidt tot een gebrek aan stresshormonen. Daarbij helpt het vaak niet om heel eiwitrijk te eten. Eiwit heeft voor zijn vertering en verwerking in de maag en darmen een bepaalde aciditeit (zuurgraad) nodig. Veel mensen vanaf de leeftijd van 40 jaar produceren echter nauwelijks nog maagzuur. Hun zuurgraad in de dunne darm is te laag. Bovendien ontbreekt het hen aan proteolytische (eiwitafbrekende) enzymen van de alvleesklier. Voor het samenstellen van belangrijke stresshormonen zijn daarom slechts kleine hoeveelheden aminozuren (eiwitbouwstenen) en vitamine C beschikbaar. Overdag zijn het hormonen zoals noradrenaline, adrenaline of glucagon die in zeer grote hoeveelheden vetmoleculen vrijmaken uit hun vetcellen of dat tenminste zouden moeten doen. 's Nachts, ongeveer 70 minuten na het inslapen, stopt echter de lichaamseigen productie van deze 'waakhormonen'. Daarnaast beperkt de hypofyse de afscheiding van het groeihormoon, zodat de 'eenrichtingsweg vet' in stand wordt gehouden.
Belangrijk groeihormoon
Omdat kinderen bijzonder veel groeihormonen aanmaken, worden ze 's morgens vol energie wakker. Veel volwassenen produceren echter in hun hypofyse helemaal geen groeihormonen meer, omdat het hen ontbreekt aan de benodigde bouwstenen. Zulke mensen hebben een heel kleine hypofyse. Deze klier, die zo groot is als een kersenpit en slechts een halve gram weegt, bevat vrijwel alleen water en groeihormonen. De andere hypofysehormonen zijn slechts in uiterst geringe hoeveelheden aanwezig.
Omdat het groeihormoon in de strijd tegen overtollige vetkussentjes echter heel zwaar werk moet verrichten in de vetcellen, zijn zijn moleculen bijzonder groot. Ze bestaan uit in totaal 198 aminozuren. (De mens gebruikt om eiwitten te maken maar 20 aminozuren, waarbij er natuurlijk vaak dezelfde kunnen voorkomen) Om het hormoon te produceren, zijn 16 moleculen vitamine C nodig en grote hoeveelheden vitamine B6 (pyridoxine), dat in de stofwisseling de afzonderlijke aminozuren bruikbaar maakt voor de samenstelling van hormonen. Het vet moet vanuit het bloed in de cellen. Veel mensen, vooral mensen met overgewicht en dikke mensen, hebben last van een te hoge cholesterolspiegel of in het algemeen te hoge bloedvetwaarden.
Artsen raden dan vaak aan helemaal geen vet meer te gebruiken, wat erop duidt dat ze nog niet op de hoogte zijn van de nieuwste inzichten in de biochemie en stofwisselingsfysiologie. Roofdieren in de vrije natuur blijven verrassend genoeg hun hele leven slank, ook als ze zich uitsluitend voeden met vette prooidieren.
Carnitine voor de vetverbranding
De oorzaak daarvan is een hoge concentratie van het eiwit carnitine in het bloed en weefsel. Carnitine transporteert de vetmoleculen in het bloed voor de verbranding in de zogenaamde mitochondriën, de verbrandingsovens van de cellen. Omdat in onze stofwisseling transportopdrachten worden waargenomen door bepaalde eiwitten, is de vetverbranding uiteraard niet mogelijk zonder hen. Carnitine wordt in de lever samengesteld uit de aminozuren lysine en methionine, maar alleen als er voldoende eiwitten beschikbaar zijn. Als het lichaam bijvoorbeeld slechts 90 procent van de benodigde hoeveelheid geschikte eiwitten krijgt, onderhoudt het eerst alle vitale organen, waaronder hart, nieren of lever.
De productie van carnitine speelt echter bij de stofwisseling een ondergeschikte rol. Carnitine zit ook als kant-en-klaar eindproduct in de voeding, vooral in vlees, en dan vooral in lamsvlees. Voor het vervoer van langeketenvetzuren, die echte energiebommen zijn (en voorkomen in vis, vlees, enz.), naar de verbrandingskamers in de cellen is bovengemiddeld veel carnitine nodig. Omdat de hartspier de actiefste spier in het lichaam is, heeft ze zeer veel behoefte aan carnitine. Mensen met overgewicht hebben vaak last van stoornissen in de hartspier. Mensen met hartziekten hebben vrijwel altijd een te lage carnitineconcentratie in het bloed en weefsel.
In dat geval heeft een behandeling veel kans op succes: een toevoer van carnitine leidt gelijktijdig tot gewichtsverlies en een verhoogde energie- en daardoor zuurstoftoevoer voor het hart. Men ziet 's morgens een pond minder op de weegschaal en voelt zich in topvorm. De stoffen lysine en methionine, waarvan de lever de slank- en fitmaker carnitine maakt, zitten veel in vlees, maar ook in gevogelte of vis. Biochemici hebben berekend dat de extra toevoer van 1 tot 3 gram carnitine per dag leidt tot een uitermate aangename afbraak van vetmoleculen. Carnitine bouwt bovendien het celweefsel in de omgeving van al beschadigde hartspiercellen opnieuw op. De carnitinebiosynthese in de lever vraagt echter weer om grote hoeveelheden vitamine C. Een gebrek aan vitamine C betekent dus in ieder geval ook een gebrek aan carnitine. Daarom is het nauwelijks verwonderlijk dat bijvoorbeeld scheurbuik (de ernstigste ziekte door gebrek aan vitamine C) in principe vergezeld gaat van sterk verhoogde bloedvetwaarden.
Zo werkt de vetverbranding
Absoluut noodzakelijk voor het energiewinningsproces in het menselijk lichaam is thyroxine. Dit hormoon wordt geproduceerd in de schildklier. Het bestaat voor twee derde uit het zeldzame sporenelement jodium en voor een derde uit het aminozuur tyrosine (dat vooral in vlees, vis, gevogelte of magere kaas zit). Thyroxine stimuleert de vetverbranding. Wie weinig thyroxine produceert, houdt meer vet vast en is sneller moe. Omdat thyroxine een heel eenvoudig gestructureerde molecuul is, wordt hij echter bijzonder snel aangevallen door vrije radicalen in het bloed.
Een eenvoudig programma
Moderne biochemici doen een heel eenvoudig voorstel: 'Eet drie keer per dag een hele citroen.' De vitamine C die daarin zit, wordt door de ook in het vruchtvlees aanwezige bioflavonoïden (plantenbeschermingsmiddelen) tot zes keer beter uit het darmkanaal opgenomen dan normaal. Het gevolg: het bloed wordt zeer sterk verrijkt met vitamine C. Aan elke thyroxinemolecuul gaan dan acht vitamine C-moleculen hangen, die hem beschermen tegen verwoesting door vrije radicalen. Terwijl bij een gebrek aan vitamine C vaak slechts 20 procent van door de schildklier afgescheiden moleculen hun bestemming bereiken, lukt het nu alle thyroxinemoleculen om ongehinderd de mitochondriën (verbrandingscellen) te bereiken. Onmiddellijk wordt de vetverbranding hevig gestimuleerd. Al een dag later voelt men zich duidelijk gezonder en de blik op de weegschaal laat 's morgens al het eerste resultaat zien. Als u dit afvalprogramma volhoudt, hoef je nooit meer kilocalorieën te tellen. Je zult automatisch gewicht verliezen en je bevrijden van ongewild vet op buik en heupen.
Heb jij moeite met afvallen en wil je graag het gratis dagelijkse programma ontvangen voor natuurlijk afvallen neem dan even contact met ons op.
Lukt het alsnog niet om af te vallen dan kunnen we kijken dmv kinesiologie wat de blokkade is waardoor jij niet afvalt.
