𝘏𝘦𝘵 𝘣𝘦𝘭𝘢𝘯𝘨 𝘷𝘢𝘯 𝘣𝘦𝘸𝘦𝘨𝘦𝘯
Het inzicht dat beweging belangrijke gezonheidsbevorderende bescherm-, herstel- en opbouwprocessen in het lichaam stimuleert heeft tientallen jaren nodig gehad om op alle terreinen van de geneeskunde door te dringen. Tegenwoordig weten we op grond van wetenschappelijke data dat 𝐛𝐞𝐰𝐞𝐠𝐢𝐧𝐠 𝐛𝐢𝐣 𝐯𝐫𝐢𝐣𝐰𝐞𝐥 𝐚𝐥𝐥𝐞 𝐳𝐢𝐞𝐤𝐭𝐞𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐞𝐟𝐟𝐞𝐜𝐭𝐢𝐞𝐯𝐞 𝐭𝐡𝐞𝐫𝐚𝐩𝐢𝐞 𝐢𝐬.
In de natuurgeneeskunde behoorde beweging altijd al tot de belangrijkste therapieën. Een vroeg succesverhaal is de genezing van Otto von Bismarck, dankzij zijn lijfarts Ernst Schweniger, de toenmalige chef-arts van het eerste natuurgeneeskundige ziekenhuis in Berlijn.
De eerste Duitse kanselier was er wat zijn gezondheid betrof slecht aan toe. Hij werd geplaagd door reuma en diabetes, slechte bloedwaarden en overgewicht, terwijl er ook een depressie op de loer lag. De artsen van de Charité wilden hem bedrust en een voedzaam dieet voorschrijven, maar Bismarck luisterde naar Schweninger, die hem 𝐝𝐚𝐠𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤𝐬𝐞 𝐰𝐚𝐧𝐝𝐞𝐥𝐢𝐧𝐠𝐞𝐧 𝐞𝐧 𝐞𝐞𝐧 𝐜𝐚𝐥𝐨𝐫𝐢𝐞𝐚𝐫𝐦 𝐝𝐢𝐞𝐞𝐭 𝐚𝐝𝐯𝐢𝐬𝐞𝐞𝐫𝐝𝐞. Bismarck herstelde en bezorgde Schweninger uit dank in 1884 een leerstoel aan de Charité.
Verder is de lijst van aandoeningen waarbij beweging een positief effect heeft indrukwekkend lang: van hart- en vaatziekten (ter voorkoming van beroerte en hartinfarct, en verlaging van de bijbehorende risicofactoren als diabetes, hoge bloeddruk, overgewicht en storingen in de vetstofwisseling) tot en met reumatische klachten. Vooral bij pijnlijke artrose bevordert beweging de gewrichtsvloeistof en traint het de ondersteunende spieren. Maar ook bij inflammatoire reumatische aandoeningen als de ziekte van Bechterew is beweging het belangrijkste behandelprincipe, omdat de ruggengraat daardoor bewegelijk blijft. Bij osteoporose versterkt beweging via de daarmee verbonden trillingen de structuur van de botten.
𝐙𝐞𝐥𝐟𝐬 𝐛𝐢𝐣 𝐝𝐞𝐩𝐫𝐞𝐬𝐬𝐢𝐞𝐬 𝐤𝐚𝐧 𝐛𝐞𝐰𝐞𝐠𝐢𝐧𝐠 𝐬𝐮𝐜𝐜𝐞𝐬𝐯𝐨𝐥 𝐰𝐨𝐫𝐝𝐞𝐧 𝐢𝐧𝐠𝐞𝐳𝐞𝐭. Zeker bij lichte tot middelzware depressies is het even effectief als het gebruik van psychofarmaca. Zeer belangrijk is beweging bij kanker. Op grond van het hele onderzoek schat men dat ongeveer 15 tot 25 procent van de gevallen borstkanker door regelmatige beweging te vermijden is. Bij darmkanker ligt dat percentage op 30 tot 40 procent en bij agressieve vormen van prostaatkanker op 50 tot 65 procent. Ten slotte kunnen ook pijnaandoeningen als migraine, nek- of rugpijn succesvol met bewegen worden bestreden.
Omdat veel mensen bovendien trauma's bij het sporten op school hebben opgelopen of mensen niet goed weten wat ze moeten doen is 𝐩𝐫𝐨𝐟𝐞𝐬𝐬𝐢𝐨𝐧𝐞𝐥𝐞 𝐛𝐞𝐠𝐞𝐥𝐞𝐢𝐝𝐢𝐧𝐠 𝐚𝐚𝐧 𝐭𝐞 𝐫𝐚𝐝𝐞𝐧.
